Titel | Zonder titel
Een kopje (waarschijnlijk met koffie) vormt het centrale onderwerp van dit monumentale schilderij. Vanuit de gele cabine van een hijskraan of graafmachine buigt een man naar voren om de mok aan te nemen van zijn collega. Hun uitgestrekte armen vormen een verticale lijn die de compositie van het werk bepalen.
In de schilderijen van Van den Bosch staan vaker figuren met straatberoepen centraal. De schilder richt zich hierbij meestal op typische houdingen, opvallende uniformen of bijzondere kleurencombinaties. De schilderijen ontstaan vanuit een dynamische situatie, of juist vanuit een zwaarmoedige of komische situatie. Niet alleen de harde arbeid, maar ook de verveling, de ontspannende momenten, de verlangens of de lompheid van de straatwerkers worden onderstreept.
De schilder heeft het schilderij opgezet met heldere kleuren en gestileerde vormen. De acrylverf is in grote kleurvlakken en met gladde verfstreken opgebracht. Voor Van den Bosch aan het definitieve schilderij begint, maakt hij eerst verschillende schetsen en een kleine uitgewerkte studie. Daarna wordt de afbeelding (vaak via projectie) overgebracht op het uiteindelijke doek.