Titel | Allegorie op oorlog en vrede
In een van de kamers in de linker zijvleugel van het kasteel is een schoorsteen gesierd met een schilderstuk dat een allegorie op de oorlog en de vrede voorstelt. De maker is onbekend maar in ieder geval behoort hij tot de Zuid-Nederlandse school van de 17e eeuw. Lange tijd is gedacht dat het van de hand is van een leerling van Rubens en vaak wordt dan ook de naam van Theodoor van Thulden (’s-Hertogenbosch, 1606 – ’s-Hertogenbosch,1669) genoemd.
Maar de uitvoering van dit doek is van zo'n matige kwaliteit dat deze meester niet in aanmerking komt. Bovendien bezit het schilderij weinig tot geen Rubeneske elementen. Wellicht is het door een onbekende schilder in de trant van David Teniers II (1610-1690) gemaakt. Het ''uitgeknipte" effect van de figuurgroepen en de decorstukken op de achtergrond wijzen op een bijeenrapen van elementen uit allerlei boeken en prenten.
Het feit dat het om een decoratief schoorsteenstuk gaat, zou verder op een lokale, Brabantse of Vlaamse maker kunnen wijzen.
In een landschap zijn aan de linkerzijde van het doek onder een boom een aantal schaars geklede vrouwen met enkele putti afgebeeld. Twee van de vrouwen zijn weergegeven met de hoorn des overvloed als symbool van de welvaart. Een gevleugelde figuur kroont een van hen met een (olijf?)krans; deze vrouw wordt zo het symbool van de Vrede. Zij is mede hierdoor en door haar plaatsing op het schilderij en de rode doek op haar schoot de belangrijkste figuur van deze groep.
Links van hen zit de god Mercurius met op zijn hoofd een gevleugelde hoed. Hij speelt op een luit (als uitvinder van de lier zien we Mercurius in voorstellingen regelmatig met dit instrument). De god is het symbool van de handel en de kunsten. Een andere vrouw heeft de Mercuriusstaf met twee slangen vast. Dit is het teken van de boodschapper, die overal vreedzaam wordt bejegend en doorgang heeft. Daarom wordt dit ook als symbool voor de vrede gezien maar het kan ook een verwijzing zijn naar de handel. Een vierde vrouw houdt een roedebundel of fasces vast. Deze is bekend uit de Romeinse Oudheid als teken van rechtvaardigheid. In haar andere hand houdt zij een weegschaal, ook een symbool van de gerechtigheid.
Vrede is immers goed voor de handel (en de kunsten) hetgeen voorspoed tot gevolg heeft. Vrede en gerechtigheid horen uiteraard bij elkaar.
Rechts is de oorlog en haar gevolgen zoals de dood geschilderd. Voorwerpen als een kanon, trom, een vaandel, een hellebaard, een zeis (= dood) en harnasonderdelen verwijzen hiernaar. Ook zijn er twee mannen van wie er een geketend is, en een gevleugelde figuur met een brandende toorts weergegeven. Deze laatste kan Alecto, de wraakgodin van de oorlog, verbeelden. Wellicht is dit ook een verwijzing naar de vrede. Er zijn voorstellingen bekend van de vrede die met een toorts een hoop wapens in brand steekt.
De geketende man valt door zijn plaats op het doek en zijn lichtere huidskleur op. Wellicht stelt hij Mars, de god van de oorlog voor. Zijn attributen zijn ondermeer een helm, hellebaard en schild. Op basis van bovenstaande zou het schilderij de titel “de Vrede overwint de Oorlog” dienen te hebben.