Titel | Weefgetouw
Weefgetouw vervaardigd aan het einde van de 16e eeuw. De Helmondse textielnijverheid was vanaf de 14e eeuw georganiseerd in het gildesysteem. Om als meester het ambacht in Helmond te kunnen uitoefenen moest iemand lid zijn van het weversgilde. Iedere meester had knechten en leerlingen onder zijn hoede. Die leidde hij op en zij werkten voor hem. Uit boedelinventarissen blijkt, dat een meester vaak meerdere getouwen in huis had staan. De meesters die samen een gilde vormden, kozen ieder jaar twee dekens en die dekens vertegenwoordigden het gilde in het stadsbestuur. Dit systeem bleef bestaan tot het einde van de 18e eeuw.
Het getouw stamt uit een tijd dat de textielnijverheid in Helmond over haar hoogtepunt heen was. Vaak werd gewerkt in opdracht van ondernemers in Haarlem en Leiden. Een opmerkelijk detail aan het weefgetouw is het vogelkooitje. Zangvogeltjes zorgden voor arbeidsvitaminen tijdens de lange werkdagen.