Titel | Zelfportret
Met zijn rechteroog kijkt de man ons onderzoekend aan. Zijn wenkbrauwen en voorhoofd zijn gefronst. In zijn linkermondhoek bungelt nonchalant een brandende sigaret. Zijn linkeroog gaat schuil achter een zwart ooglapje, waaronder zich een wit driehoekje aftekent. Een pleister of een verband wellicht?
De afgebeelde man is tevens de maker van het schilderij: Sjef van Schaijk. De Helmondse schilder gaf zichzelf weer met scherp omlijnde, vereenvoudigde gelaatstrekken. De verhoudingen kloppen niet. De hals en neus zijn te lang, het oog is te groot en de kin is te klein. Van Schaijk was duidelijk niet op zoek naar een naturalistische weergave van zijn persoon. Het is alsof hij zijn beeltenis tot de essentie heeft proberen terug te dringen en slechts de belangrijkste aspecten heeft willen benadrukken.
Opvallend aan het portret is dat alleen het gezicht met zachte kleurovergangen is gemodelleerd. De overige beeldelementen zijn vrijwel uniform van kleur. Sommige aspecten, zoals het gele kraagje en het ooglapje, krijgen hierdoor een bijna autonoom karakter, alsof ze zich losmaken van het geheel.