Titel | Arbeid
De fabrieksarchitectuur op de achtergrond is zo sterk gestileerd, dat pas bij nadere bestudering duidelijk wordt dat het om gebouwen gaat. De ritmiek van de streng geometrisch vormgegeven daken, schoorstenen en rookpluimen doet bijna decoratief aan. Ze dienen slechts als achtergrond om de status van de man in de voorgrond te onderstrepen. De stereotype arbeider, die zijn leven lang ploetert voor een schamel loon.
Wat hij draagt of trekt, blijft buiten beeld, maar zwaar is het in ieder geval. Hij moet alle zeilen bijzetten om zijn vracht te tillen: zijn rug gekromd, zijn vingers in een stevige greep om het touw. De inspanning is af te lezen van zijn doorgroefde gezicht, dat in enkele scherpe lijnen is uitgetekend. Hij heeft een verbeten trek om zijn mond en zijn zware wenkbrauwen zijn gefronst. Zijn positie, centraal in het beeldvlak en vanuit kikvorsperspectief weergegeven, geeft hem een heroïsch uiterlijk. Deze arbeider draagt niet alleen zijn vracht maar ook zijn lot, met een waardigheid die zijn maatschappelijke status ver overstijgt.