Titel | Vrouwtje
Het lijkt wel of Van Schaijk haast had toen hij Vrouwtje maakte. Het zwart domineert in de ruwe verfhalen waarmee hij de vrouwenfiguur vormgaf. Haar hoofd is erg groot in verhouding tot haar lichaam en lijkt bovendien niet op een nek, maar rechtstreeks op haar schouders te rusten. Haar ogen zijn niet meer dan uitdrukkingsloze zwarte vlekken in een grof weergegeven gelaat.
Maar weinig mensen zullen bij het zien van dit schilderij meteen denken aan Sjef van Schaijk. De Helmondse schilder staat bekend om zijn fijngeschilderde surrealistische doeken, gekenmerkt door uniform kleurgebruik, subtiele modellering en nadrukkelijke contourlijnen. Voor dit schilderij heeft hij zijn penseel verruild voor een brede kwast. In plaats van zich ten opzichte van elkaar te profileren gaan figuur en achtergrond vrijwel in elkaar op. Niet zozeer de voorstelling als wel de beeldmiddelen zijn het waaruit expressiviteit spreekt.
Waar Van Schaijks schilderijen vaak in verband worden gebracht met het werk van onder meer Wim Schumacher en René Magritte, denken we bij Vrouwtje eerder aan een Cobra-kunstenaar als Karel Appel, zij het met een donker, bijna sinister randje.