Titel | Der Zauberer
Met felle kleuren en eenvoudige vormen schildert Kunc in 1981 deze fantastische, sprookjesachtige voorstelling. Diagonaal over het doek verschijnt een mysterieuze figuur bij de rand van een vijver. De mantel en puntmuts, bedekt met vuurvlammen en andere symbolen identificeren de figuur als tovenaar. Flora en fauna omringen hem. Zijn armen worden takken waar bloemen aan groeien.
De magiër is één met de natuur en lijkt deze te ‘betoveren’. De opeenvolgende bloemen, kale takken en ijskristallen verwijzen vermoedelijk naar het wisselen van de seizoenen. Veel van Kuncs werken gaan over de natuur en diens verstoorde relatie met de mens. Dit schilderij geeft ons een voorbeeld van een figuur die (wel) dicht bij de natuur leeft.
In het oeuvre van Kunc zijn veel sporen van oude kunstenaars te vinden. De tovenaar hier doet bijvoorbeeld denken aan klassieke afbeeldingen van de nimf Daphne, die veranderde in een boom. Tegelijkertijd herinnert het werk aan de allegorische schilderijen van Sandro Botticelli (1445-1510) met seizoensgodinnen en sierlijke bloemmotieven.