Titel | Twee slapende arbeiders op de houten banken van een trein
In de aquarel "Twee slapende arbeiders op de houten banken van een trein" is niet de arbeid zelf afgebeeld, maar het moment daarna. De gezichten, nauwelijks te zien en met bijna identieke kleding, zouden de mannen model kunnen staan voor elke hardwerkende arbeider. Het moment van rust van de hardwerkende arbeider vormt voor De Josselin de Jong een onderwerp dat belangrijk genoeg is om te verbeelden in een aquarel. Hiermee sluit hij aan bij een tendens in de beeldende kunst waarbij de werkende mens als zelfstandig onderwerp wordt behandeld en niet langer ondergeschikt is aan bijvoorbeeld het landschap of een didactische of symbolische boodschap dient uit te dragen.
Pieter de Josselin de Jong (1861-1906) is opgeleid tot historieschilder, maar richt zich vanaf 1893 op de weergave van arbeiders in ijzergieterijen en staalfabrieken. Hij raakt geboeid door het esthetische aspect van de arbeid. Zoals hij het zelf zegt: 'de felle arbeid van krachtige lichamen, zwoegend met de berusting van de eenvoudige menschen, zwaar, geweldig… mooi….' De werkers in zijn pastel- en krijttekeningen zijn helden en de arbeid wordt op een sterk geïdealiseerde wijze weergegeven.