Titel | Krantenjongen
Een krantenjongen is geportretteerd, niet ten voeten uit, maar als ‘kniestuk’. Hij is gekleed in een bruine broek, een bruingroenig jasje en een groezelig, wit hemd met op het hoofd een bruingroene pet. In zijn handen houdt hij een pak kranten dat hij uitvent. Op de voorste is te lezen (Nieuwe Rotterdam)sche Courant, het dagblad voor de liberale burgerij van Rotterdam. Het schilderij is geschilderd met een brede toets, die doet denken aan de Haagse School.
In Nederland wordt in 1874 de eerste wetgeving ingevoerd om kinderarbeid tegen te gaan. Het zogenaamde ‘Kinderwetje van Van Houten’ verbiedt arbeid in fabrieken voor kinderen jonger dan twaalf jaar in fabrieken. Landarbeid valt buiten deze wet. Met de invoering van de leerplicht in 1900 wordt de kinderarbeid verder beteugeld, maar nog steeds niet helemaal verboden: tijdens de oogst hebben plattelandskinderen vaak vrijstelling. Ondanks deze maatregelen zijn er in steden als Rotterdam, tot ver in de twintigste eeuw vele duizenden zwerfkinderen die aan de leerplicht ontsnappen en op straat leven.
Of dit werk van Beerenborg moet worden opgevat als een uiting van sociaal engagement is niet duidelijk. Waarschijnlijk heeft zij haar onderwerp opgevat als een ‘type’, zoals ook andere schilders in die tijd ook zonder veel bekommernis ‘de eenvoudige mens’ als onderwerp kiezen.