Peter Wehrens
Het werk van Peter Wehrens (1945) beweegt zich tussen chaos en perfectie, werkelijkheid en droom, figuratie en abstractie. De kunstenaar zoekt daarbij naar een evenwicht van tegenspraken. Wehrens begint in de jaren zeventig met het maken van ruimtelijke schilderijen in een expressieve schildertrant. Hij creëert hoge, landschappelijke ruimtes met laag daarin mensfiguren. Soms maakt het landschap plaats voor een interieur. Wehrens maakt daarnaast ook assemblages, waarbij hij verschillende panelen combineert met hout en andere media. Naast fragmenten ontleend aan krantenfoto’s, verschijnen een zittend naakt en een man met een hoed op de werken. De kunstenaar blijft deze motieven lang gebruiken. In de jaren tachtig maakt Wehrens een reeks levendige portretten en dubbelportretten. De werken tonen gestileerde koppen of twee figuren die elkaar vasthouden. De schilderstijl van Wehrens wordt steeds rauwer en losser, en verschuift langzaam richting de abstractie. Er verschijnen cirkels en vierkanten op zijn doeken. Deze abstracte stiltepunten gaan een dialoog aan met een ritmische lijnvoering. De expressieve lijnen vormen vaak een vrouw. Daarnaast zijn een mannenkop, een huis, een maan en een mes terugkerende symbolen.
In zijn werkwijze toont Wehrens respect voor de traditie van de schilderkunst. Tijdens een verblijf in Spanje ontdekt hij grote meesters als El Greco, Goya en Velazquez. Daarnaast heeft hij bewondering voor de jonge, Engelse kunstenaars David Hockney en Francis Bacon en vertonen zijn werken invloeden van Picasso en de Nieuwe Wilden.
De werken van Wehrens komen voort uit een bewogenheid met de mens en zijn bestaan. Hij gebruikt zijn kunst als een middel om existentiële gevoelens tot uitdrukking te brengen. Dreiging, angst, geweld, macht en machteloosheid zijn elementen die daarbij een belangrijke rol spelen. Wehrens baseert zijn werken op gebeurtenissen en ervaringen uit zijn eigen leven en probeert deze algemener en versluierd weer te geven. Het werk van Peter Wehrens gaat echter in de eerste plaats over de beeldende kunst zelf.