Een vrouw loopt gebogen met een grote zak op haar rug en aan haar arm een olielampje. Volgens Cat. H. Heijenbrock, Helmond (1982), p.47, een kolendraagster op weg naar huis. Kolenraapster keert terug uit de mijn met op haar rug een zak kolen en aan haar arm het nog brandende en rokende olielampje.