Titel | Gasstoker uit de Hoogovens
Heijenbrock maakt zelden een portret. Ook op deze tekening gaat het niet om het uiterlijk van de arbeider. De kunstenaar wil vooral het effect van de gloed van het vuur in de oven op het gezicht weergeven.
De tekening is met pastelkrijt op zwart papier gemaakt. Het werken met aquarel of olieverf in een fabriek bevalt Heijenbrock niet. Door de hitte droogt de waterverf te snel. Het neerdwarrelende roet en de stof maken de nog natte waterverftekening vies. Een ezel met een olieverfschilderij staat in de weg. Bovendien gaat het werken met olieverf langzaam. Hierdoor is het moeilijk om de steeds wisselende bewegingen van de arbeiders weer te geven.
Heijenbrock vindt de oplossing voor zijn probleem tijdens een reis: ‘Totdat ik ’t eindelijk in Engeland heb gevonden: toevallig in een winkeltje in Middelsborough. De man verkocht zwart papier. En daar teken ik sedert op, met gekleurd krijt. Zo leerde ik ook de vorm aan te geven van de belichting, die plotseling uit een oven of uit gloeiend staal afschijnt. Overigens leer je met die vlug veranderende acties langzamerhand om uit je hoofd te tekenen.’