Titel | Arbeiders die de fabriek verlaten
In de schilderijen van Dirk Hidde Nijland zien we de wereld zoals hij die uit zijn dagelijks leven kent. Zijn vader is eigenaar van een scheepswerf en zijn moeder komt uit een rijke familie van baggeraars. Onderwerpen als het water, de scheepswerf, de zeevaart en de industrie komen dan ook veelvuldig terug in zijn werk. Ook in deze tekening (1918) toont hij ons zijn vertrouwde omgeving. In houtskool heeft hij een dor fabriekslandschap neergezet. De arbeiders verlaten massaal de fabriek met haar rookpluimen en trekken door een kaal landschap op weg naar huis. De mannen zijn verworden tot identiteitsloze figuren. Ook de kale bomen, de afrastering, de donkere lucht en de silhouetten van de fabrieken op de achtergrond zorgen voor een sombere sfeer. De lijnen van de schutting, het water en de rij mannen verlenen de tekening een sterke dieptewerking. Terwijl Nijland regelmatig de schoonheid van de industrie toont, lijkt dit werk een sombere weergave van zijn omgeving.
Het thema van een anonieme en massale groep fabrieksarbeiders die het werk verlaat of meeloopt in een protestdemonstratie, is aan het begin van de twintigste eeuw regelmatig afgebeeld. Zo zijn er van Bart van der Leck zelfs drie werken (in de collecties van het Museum Kröller-Müller en Museum Boymans van Beuningen) bekend die een naar huis lopende stroom arbeiders verbeelden. Ook Herman Heijenbrock tekent pastels van mijnwerkers die van of naar de mijn lopen (onder meer in de collectie van het Gemeentemuseum Helmond). Opvallend is dat bij dergelijke groepen de individualiteit van de arbeiders vrijwel totaal verdwenen is. Wellicht willen de kunstenaars zo de macht benadrukken die een dergelijke groep mensen kan hebben. Maar ook maken zij hun tijdgenoten er zo op attent hoe omvangrijk de groep mensen is die onzichtbaar achter dikke fabrieksmuren of diep onder de grond haar zware en vaak gevaarlijke werk moet verrichten.