Titel | Melkkannen
Dertig melkkannen staan naast elkaar uitgestald, de meeste gevuld met melk. Sommige functioneren niet als melkkan, doordat ze plat zijn en geen melk kunnen bevatten of simpelweg doordat ze op hun kop staan.
De kan is een eeuwenoud gebruiksvoorwerp, vol met verwijzingen. Zo kunnen we denken aan het Melkmeisje van Vermeer (1632-1675). De kannen van Maria Roosen zijn fysiek aanwezig. De beschouwer zou zich kunnen voorstellen, dat hij ze uitschenkt. Het is een alledaagse handeling, als een ritueel. Het isoleren van de handeling draagt bij aan de symbolische waarde die die in zich draagt. Dit zien we bij Vermeer.
Het is een ritueel dat voornamelijk voor de vrouw is weggelegd. Het symboliseert voeden, groei en daarmee vruchtbaarheid, maar zeker ook sensualiteit. De vormen van de kannen zijn dan ook menselijk, vrouwelijk. Het is een werk over vrouw zijn. Deze opstelling met dertig melkkannen gaat over de kannen zelf, over de vrouw als de drager van melk én over sommige kannen die dat niet kunnen, of willen.