Titel | Zonder titel
Het lijkt alsof de grote retriever de zeventien kleintjes leidt, als een moedereend, met haar kuikens achter zich aan waggelend. De grote retriever is opgezet, is een echt levend dier geweest. De kleinere honden zijn van dood materiaal gemaakt: kunststof. Toch verwijst hun uiterlijk wel naar levend weefsel. Ze vormen elk afzonderlijk één onderdeel of orgaan van de grote hond, zoals zijn spieren of pezen.
Merijn Bolinks fascinatie voor het ontleden vindt bij dit werk zijn grens en essentie. De kleine retrievers maakte hij in eerste instantie van echt dierlijk weefsel. Terwijl hij bezig was met het snijden van kleine honden uit de milt en maag, kreeg hij een moment van inzicht. Dit was niet wat hij voor ogen had. Het werk moest niet luguber zijn, maar de schoonheid en complexiteit van het levend wezen tonen, het wonder van de natuur. Hij besloot het project wel af te maken, maar met kleine hondjes uit kunststof te vervaardigen. Hun kleur en textuur lijken op die van echt orgaanweefsel.
Het gaat Bolink om het vervreemdende effect dat het tonen van losse dierlijke onderdelen geeft. In werkelijkheid zijn deze onderdelen complex met elkaar verbonden en kunnen ze niet zonder elkaar bestaan. Bolink toont ons de grenzen van onze wil en de daadwerkelijke mogelijkheden. Tegelijkertijd is dit werk een (kritische) verwijzing naar de ver gevorderde wetenschap, waarin klonen steeds belangrijker wordt.