Titel | Gebarende figuren
Pieter Ouborg (1893-1956) verblijft van 1916 tot 1938 in Indonesië. Tijdens twee reizen door Europa maakt hij kennis met het Surrealisme, met name de automatische schriftuur die André Breton propageert.
In 1938 keert Ouborg terug naar Nederland. Hier ondergaat zijn werk een geleidelijke ontwikkeling die hem van surrealistische beelden naar een abstract-expressieve vormentaal voert. In het jaar 1947 voltrekt zich in zijn werk de definitieve overgang naar een abstract-expressionistische stijl. Opmerkelijk is dat die ontwikkeling vooruitloopt op de expressionistische golf die de Experimentele Groep en Cobra vanaf 1948 in Nederland introduceren.
De staande gouache ‘Gebarende figuren’ (1948) is vooral speels en luchtig van aard, net als de activiteit die gesuggereerd wordt: een balspel door twee hoekige figuren. Het beeld is voornamelijk opgebouwd uit grote kleurvlakken en vormen die zijn afgeleid van de rechthoek.