Titel | Groepsportret gebroeders Van Hoeck
Op het schilderij staat de opdrachtgever van het werk, Jan Baptist van Hoeck, afgebeeld samen met zijn drie priesterbroers. In 1851, wanneer het schilderij gemaakt wordt, is alleen Jan Baptist nog in leven. De andere drie, Willem (1763-1831), Adriaan (1754-1793) en Thomas (1762-1822), zijn dan al lang overleden. Het schilderij bestaat dus uit een samenvoeging van vier afzonderlijke figuren. Alleen Jan Baptist kan naar het leven geportretteerd zijn. Bij de anderen was dat niet mogelijk.
Aan de achterzijde van het schilderij is een door Jan Baptist in 1841 geschreven argumentatie voor het laten vervaardigen van het werk bevestigd. Hier is te lezen dat het schilderij gemaakt is ter herdenking van hem en zijn drie broers, allen zonen van Wilhelmus van Hoeck die woonde te Helmond op de Markt in het huis genoemd “Onder de Luts”.
Jan Baptist somt de verrichtingen van hem en zijn priesterbroers op en vermeldt dat het schilderij gemaakt is door Daniel Nederveen. Ook stelt hij dat het werk de familie ter navolging moet dienen om te gedenken dat zij zeer christelijke voorouders gehad hebben, die hun “tijdelijke” middelen niet hebben gespaard om vier van hun zonen priester te laten worden. Hij noemt expliciet de namen van de nazaten van zijn broer en zus voor wier stichting het schilderij bedoeld is. Deze vier neven en nichten zijn op dat moment de enige kinderen die dan (nog) leven.
Het geslacht Van Hoeck brengt ook enkele Helmondse apothekers en een burgemeester voort. De familie zal nog lang in het genoemde huis op de Markt blijven wonen.