Titel | Zonder titel
Twee mannen zitten gehurkt in een soort opslagruimte. De linker is gekleed in een oranje overal en de rechter draagt een oranjewerkbroek en een grijsgroen mouwloos hemd. Hun hoofd is getooid met een oranje pet en overeenkomstig de hedendaagse Arbo-normen dragen ze stevige werkschoenen. Achter hen staat een stellage waarin vaten liggen en waarlangs leidingen lopen. De mannen houden elk een rechthoekige plaat vast waar zij naar kijken. Onder de stellage liggen meer van dergelijke platen.
Bij een eerste observatie doet de scène aan de weergave een dagelijkse werksituatie denken. Bij nader inzien lijken er zaken niet te kloppen: het uiterlijk van de mannen is identiek. Ook is de ruimtewerking bevreemdend want de perspectivische weergave klopt niet. Gezien de precisie waarmee de werklui zijn geschilderd komt de schetsmatige weergave van de stellingen en vaten op de achtergrond rechts vreemd over. Hierdoor lijkt het of Olijve de mannen en de achtergrond willekeurig bij elkaar gevoegd heeft. Maar de planken die ze vasthouden en die onder de stellage liggen, ontkrachten dit weer. Het is aan de fantasie van de beschouwer om dit raadsel op te lossen.