Skip to content

Menu

Museum Helmond

Coba Surie

Coba (Jacoba) Surie werd in 1879 geboren te Amsterdam, waar ze tot haar dood op negentigjarige leeftijd zou blijven wonen en werken. Ze stamde uit een gegoed milieu waar kunst een belangrijke waarde had. Ze kon dan ook zonder problemen voor een loopbaan in de kunst kiezen. Ze begon in 1898 als leerlinge van de Teekenschool voor den Werkende Stand in Amsterdam. Ze vervolgde haar opleiding aan de Rijksacademie van 1901 tot 1906 en nam vervolgens twee jaar les bij Coba Ritsema. Tijdens deze studiejaren kwam ze in contact met andere vrouwelijke kunstenaars. Zij kregen les in een aparte 'Damesschilderklas', waaruit een hechte groep ontstond. Ook na de academiejaren bleven zij als groep naar buiten treden en kregen in 1912 de naam ‘De Amsterdamse Joffers’ toebedeeld van de invloedrijke kunstcriticus Albert Plasschaert. Samen met deze vrouwen bezocht Surie kunstenaarsverenigingen als 'Sint Lucas' en 'Arti et Amicitiae'. Deze bijeenkomsten werden dikwijls voortgezet ten huize van Thérèse Schwartze, een kunstenares die als voorbeeld gold voor deze vrouwen. Het milieu waarin Coba Surie leefde, bezorgde haar de contacten die ze nodig had om zich te ontwikkelen als onafhankelijk kunstenares. Haar oeuvre omvat vooral schilderijen, tekeningen en aquarellen. Ze schilderde bij voorkeur impressionistische figuurstukken, portretten en stillevens van vis of van alledaagse gebruiksvoorwerpen in rijke kleurschakeringen. Met name de stillevens, die uitmuntten in tonaliteit, bezorgden haar erkenning. Surie kreeg veel onderscheidingen waaronder de Willink van Collenprijs in 1913, de Gouden medaille van Koningin Wilhelmina in 1929, en de Sint Lucas-prijs in 1940. Ondanks deze erkenning, bleef ze bescheiden: “Ik schilder, omdat ik het niet kan laten en omdat ik het prettig vind.”
Geboorte: 05-09-1879
Overlijden: 05-02-1970
Rollen: Aquarellist, Schilder, Graficus, Tekenaar