Skip to content

Menu

Museum Helmond

Giacomo Manzú

De Italiaanse beeldhouwer Giacomo Manzù (1908-1991) wordt geboren in een groot gezin van een schoenlapper en een kosteres. Zijn eerste kennismaking met de beeldende kunsten maakt hij op elfjarige leeftijd als leerling van een houtsnijder van kerkelijke beelden. Later werkt hij nog bij een vergulder en een stukadoor. Hij heeft zich zonder academische scholing gevormd; wel heeft hij een avondopleiding beeldhouwen gevolgd. Tijdens zijn diensttijd in Verona wordt duidelijk hoe ver zijn liefde voor de kunst werkelijk gaat. De klassieke en middeleeuwse meesterwerken daar maken zo’n indruk op hem dat hij besluit zijn baan op geven en zich volledig op de kunsten te richten. In 1930 vestigt hij zich in Milaan waar hij ook zijn eerste opdracht krijgt: de decoratie van de kapel van de Katholieke Universiteit. Zijn werkzaamheden in Milaan blijven niet onopgemerkt en hij krijgt een aanstelling aan de Academia di Brera. Hij zal van 1940 tot 1953 zowel hier als aan de academie in Turijn les geven in het beeldhouwen. Van 1955 tot 1960 doceert hij in Salzburg aan de door Oskar Kokoschka opgerichte Schule des Sehens. Hierna vestigt hij zich in Rome, waar hij een atelier aan huis heeft. Beeldhouwwerk blijft overheersen, maar Manzù breidt zijn expertise ook uit naar andere terreinen. Zo illustreert hij boeken, schildert, ontwerpt juwelen en penningen en maakt decors en kostuums voor balletten en opera’s. Al vroeg in zijn carrière krijgt Manzù erkenning voor zijn werk. In 1954 wordt hij benoemd tot lid van de Nationale Academia de San Luca, voor een Italiaans kunstenaar de hoogste eer. Ook daarna zal hij vele internationale prijzen ontvangen, waaronder in 1966 de Lenin-Prijs voor de Vrede. Manzù staat tussen de moderne en traditionele kunst in. Hij heeft zich nooit verwant gevoeld met de experimentele kunstenaars van zijn tijd. Voor hem geldt Donatello als een belangrijk voorbeeld, maar ook een negentiende-eeuws kunstenaar als Rodin brengt inspiratie. Onder invloed van diverse stromingen eindigt Manzù uiteindelijk bij een sober realisme. Kenmerkend is dat zijn gehele oeuvre gegrond is op zich steeds herhalende thema’s. Onderwerpen die terug blijven keren zijn onder meer kardinalen, moeder en kind, danseressen en passietaferelen. Met name religieuze onderwerpen nemen een groot deel van zijn werk in beslag. Manzù had persoonlijke contacten met Paus Johannes XXIII en heeft belangrijke opdrachten voor de kerk vervuld. Beroemde voorbeelden hiervan zijn enkele kerkpoorten voor de Sint-Pietersbasiliek in Rome (1964) en voor de Sint-Laurenskerk te Rotterdam (1968).
Geboorte: 22-12-1908
Overlijden: 17-01-1991
Rollen: Tekenaar, Beeldhouwer, Schilder, Aquarellist