Skip to content

Menu

Museum Helmond

Lodewijk Schelfhout

De schilder-graficus Lodewijk Schelfhout (1881-1943) wordt vaak in verband gebracht met het kubisme. Toch is zijn werk niet strikt bij een bepaalde kunststroming in te delen; eerder is er sprake van een persoonlijke mix van diverse stijlinvloeden. De kleinzoon van de romantische landschapschilder Andreas Schelfhout groeide op in een artistiek milieu. Aanvankelijk zeer bemiddeld verloor zijn vader veel geld bij speculaties. Om economische redenen verhuisde hij in 1903 met zijn gezin naar Parijs, dat destijds gold als het kloppend hart van de Europese avant-gardekunst. Het nieuwe milieu was zeer bepalend voor de ontwikkeling van de jonge kunstenaar. Zo leerde hij er onder meer de met het kubisme experimenterende Le Fauconnier en Picasso kennen en kwam hij in aanraking met het werk van Cézanne en Van Gogh. Schelfhout trok veel op met een groep toentertijd in Parijs werkzame Nederlandse kunstenaars, waaronder Piet Mondriaan, Conrad Kickert, Peter Alma en Jacoba van Heemskerk. Gezamenlijk richtten zij in 1910 de zogenoemde Moderne Kunstkring op, een kunstenaarsbeweging die haar wortels in Amsterdam had en een belangrijke rol speelde bij de introductie van nieuwe kunstinvloeden in Nederland. Schelfhout verbleef tot 1913 in de Franse hoofdstad. De schilderijen en etsen die hij in zijn Parijse jaren maakte tonen duidelijk invloeden van het fauvisme en het kubisme. Gaandeweg richtte Schelfhout zich meer op een innerlijke, veelal religieuze thematiek. Vaak wordt deze stijlverandering in verband gebracht met de invloed van Jan Toorop, met wie Schelfhout in die tijd nauw samenwerkte. Niet zelden was de katholieke kerk opdrachtgever voor zijn werk. Denk aan kruiswegstaties, altaarpanelen en gebrandschilderde ramen. Zowel Toorop als Schelfhout bekeerden zich begin twintigste eeuw tot het katholicisme. In 1919 maakte hij tijdens een vijf maanden durend verblijf op Corsica een groot aantal, voornamelijk landschappelijke aquarellen, tekeningen en gravures. In zijn latere carrière ontwikkelde hij een synthese van gotische, kubistische en constructivistische invloeden, een stijl die hij tot aan zijn dood in 1943 in zijn werk zou blijven toepassen. Van zijn vroegere werk is weinig bewaard gebleven, aangezien hij het merendeel ervan in 1924 eigenhandig verbrandde. . Van zijn grafische werk bleef een volledig overzicht behouden dat zich nu bevindt in de collectie van het Amsterdamse Rijksprentenkabinet.
Geboorte: 23-08-1881
Overlijden: 05-11-1943
Rollen: Meubelmaker, Wandschilder, Edelsmid, Glasschilder, Graficus, Schilder, Tekenaar, Keramist, Grafisch ontwerper, Monumentaal kunstenaar