Skip to content

Menu

Museum Helmond

Luciano Palmieri

De Italiaanse kunstenaar Luciano Palmieri (1951) beschouwt zijn werk niet zozeer als sculpturen of schilderijen, maar meer als dingen die in de ruimte binnendringen. Zijn creaties houden vaak het midden tussen industriële vormgeving en sculptuur. Samen met tijdgenoten als Gianantonio Abate, Clara Bonfiglio, Marco Lodola en Innocente, wordt Palmieri in de jaren tachtig van de twintigste eeuw door de Milanese criticus en galeriehouder Luciano Inga-Pin naar voren geschoven als één van de Nieuwe Futuristen. In navolging van de Italiaanse Futuristen aan het begin van de twintigste eeuw, wil deze groep jonge kunstenaars zich ontdoen van alle bestaande tradities en ideologieën, om zich volledig te kunnen concentreren op het vormgeven van het hier en nu. Net als de popkunstenaars uit de jaren zestig, beschouwen ze de populaire hedendaagse massacultuur als hun voornaamste inspiratiebron, zoals reclame, televisie, computers en tijdschriften. Met het verwerpen van het verleden, ontdoen de Nieuwe Futuristen zich ook van het predikaat ‘kunstenaar’. Met hun creaties, ‘dingen’ in het geval van Palmieri, willen ze eenvoudigweg ruimtes opfleuren, een wereld scheppen van vreugde en zinnelijk genot. Hun objecten dienden te worden geconsumeerd als de producten in de winkelschappen: direct verkrijgbaar, licht verteerbaar en vervangbaar. In deze periode vervaardigt Palmieri voornamelijk sculpturen gemaakt van metaalplaat, die hij voorziet van (spuitbus)lak. Met deze objecten, die hij bewust de hoogte van een menselijke gestalte geeft, onderzoekt Palmieri naar eigen zeggen de relatie tussen technologie en natuur, tussen kunstmatigheid en het werkelijke leven. Je zou ze in dit opzicht kunnen beschouwen als een soort hybride robots, die zich aanpassen aan de menselijke habitat. Palmieri’s structuren worden in de loop der tijd steeds lichter en fragieler, zoals de serie “Nature immateriali” (2009), bestaande uit de hoofdzakelijk draadvormige structuren van koper en roestvrij staal. Hij beschouwt dergelijke structuren als materiestudies. De spiralen en rasters vertegenwoordigen de onzichtbare energie die alles wat leeft aan elkaar verbindt. De kern van elk object is het frame, de “DNA-streng”, die vervolgens wordt omhuld door de vorm, de “materiële neerslag van energie”. Met zijn wonderlijke mix van kunst en wetenschap, creëert Palmieri opnieuw een alternatieve wereld. In tegenstelling tot zijn vroege werk, is deze echter allerminst oppervlakkig en licht verteerbaar.
Geboorte: 1951
Overlijden:
Rollen: