Skip to content
Menu
MENU
MENU
Museum Helmond
Bezoekersinformatie
Openingstijden
Toegangsprijzen
Route en parkeren
Rondleidingen & arrangementen
Toegankelijkheid
Bezoekersinformatie
Tentoonstellingen
Collectie
Over Museum Helmond
Evenementen
Evenementen Kunsthal Helmond
Evenementen Kasteel Helmond
Schoolprojecten
Nieuws
Pers
Vacatures
Contact
Kunsthal Helmond
Bezoekersinformatie
Openingstijden
Toegangsprijzen
Rondleidingen & arrangementen
Route en parkeren
Toegankelijkheid
Bezoekersinformatie
Tentoonstellingen
Collectie
Over Kunsthal Helmond
Evenementen
Schoolprojecten
Nieuws
Pers
Contact-Kunsthal Helmond
Kasteel Helmond
Bezoekersinformatie
Openingstijden
Toegangsprijzen
Route en parkeren
Rondleidingen & arrangementen
Toegankelijkheid
Bezoekersinformatie
Tentoonstellingen
Collectie
Over Kasteel Helmond
Schoolprojecten
Evenementen
Kinderactiviteiten
Kasteelverhuur
Trouwen
Nieuws
Pers
CONTACT – Kasteel Helmond
Museum Helmond
Terug naar collectie
Ria Pacquee
Op eigen initiatief verblijft Ria Pacquée (1954) in 1974 twaalf uur lang bij een tramhalte in Antwerpen. Deze ervaring van “nergens naartoe gaan”, markeert het begin van een groot aantal performances, die aan de basis liggen van haar kunstenaarschap. Pacquées vroege werk kenmerkt zich door een recalcitrante ondertoon, zoals het presenteren van een stuk plantsoengras in een galerie, het verspreiden van politieke leuzen door middel van graffiti en het tentoonstellen van zelf gestolen prullaria. Aan het einde van de jaren zeventig begint ze met het opvoeren van diverse typetjes in de openbare ruimte. Zo bezocht ze als ‘Madame’ onder andere de beroemde carnavalsoptocht in Keulen (1989) en het bedevaartsoord Lourdes (1992). In de jaren negentig maakt ze in de hoedanigheid van de onzijdige figuur ‘It’ onder andere de straten van Wenen onveilig met een metaaldetector (The day It took an initiative, 1992) en staat ze enkele dagen op een straathoek in New York met een zelfgemaakt bord voorzien van onbegrijpelijke semi-diepzinnige leuzen (Have you accepted that whatever seems to be is not, and that that which seems to be, is?, 1991). De foto’s van dergelijke performances, gemaakt door een bevriend fotograaf, presenteert Pacquée samen met de gebruikte rekwisieten in musea en galeries. Ondanks de variaties in uiterlijk en activiteit, verraden de houdingen en gezichtsuitdrukkingen van haar alter ego’s telkens weer dezelfde trieste antiheld, die er maar niet in slaagt in een feestelijke of spirituele ervaring op te gaan. Tegelijk bevraagt Pacquée in deze ironische opvoeringen haar eigen positie als kunstenaar als sociale buitenstaander. Zeer herkenbaar is ook de wijze waarop de foto’s zich opdringen als ‘bewijs’ van de aanwezigheid van de afgebeelde personen. Familiealbums en sociale media staan vol met geforceerd vrolijke poses, waarmee men de realiteit naar zijn hand tracht te zetten. De spanning tussen realiteit en fictie zien we ook terug in de fotoseries die ze vanaf de jaren negentig maakt. Net als in haar performances, is de straat haar onderzoeksveld in wat ze ‘Streetrambling’ noemt. Pacquée maakt foto’s van uiteenlopende, uit hun urbane context geïsoleerde motieven en classificeert deze vervolgens op formele overeenkomsten, zoals de cirkelvorm (Circle/Balls, 2005), of identieke kleding (Twins, 2005). Het construeren van een mogelijke verhaallijn, laat ze over aan de beschouwer.
Geboorte:
1954
Overlijden:
Rollen:
Cineast, Performancekunstenaar, Installatiekunstenaar, Fotograaf