Skip to content

Menu

Museum Helmond

Shinkichi Tajiri

Shinkichi Tajiri vat kunst op als het ontdekken en verwezenlijken van zichzelf. “Een kunstenaar moet zijn terrein afzoeken. Dat is hijzelf. De dingen die hij maakt, moeten verklaren wie hij is.” Dit streven resulteert in een omvangrijk en veelzijdig oeuvre. Tajiri volgt de hedendaagse ontwikkelingen in de kunst, techniek en maatschappij op de voet en verwerkt deze ervaringen in zijn kunstwerken. Tegelijk geeft zijn werk een grote belangstelling voor met name de Japanse traditie prijs: het land waar zijn roots liggen. Tajiri wordt geboren in Watts, een arbeiderswijk in Los Angeles. Zijn ouders emigreren aan het begin van de twintigste eeuw vanuit Japan naar de Verenigde Staten. De Japanse aanval op Pearl Harbour (1941) ontketent een volkswoede tegen alle in Amerika wonende Japanners. Veel van hen, waaronder Tajiri en zijn familieleden, worden zonder proces opgesloten in interneringskampen in de woestijn van Arizona. Om vrij te komen, neemt hij in 1943 dienst in een soort kamikaze-eenheid van het Amerikaanse leger. Deze ervaring laat diepe sporen na. "Door de oorlog ben ik kunstenaar geworden", aldus Tajiri, "mijn beelden zijn sporen, kristallisaties van mijn ervaringen". Na de oorlog vestigt Tajiri zich in Parijs, waar hij onder meer les krijgt van Ossip Zadkine en Fernand Léger. In 1949 neemt hij deel aan de voorjaarsexpositie van de Salon des Indépendants in het Musée d’Art Moderne. Via de Nederlandse kunstenaars Karel Appel, Constant Nieuwenhuis en Corneille, maakt Tajiri kennis met de experimentele internationale kunstenaarsgroep Cobra, waarbij hij zich enige tijd aansluit. Bekend uit deze periode zijn sculpturen van afgedankte machines en gevonden materialen, die de vorm aannemen van grillige vleesetende planten en gestileerde krijgers. Naar eigen zeggen binden deze ‘junksculptures’ de strijd aan met zijn oorlogservaringen en becommentariëren ze de opkomende wegwerpmaatschappij. In 1956 vestigt Tajiri zich met zijn echtgenote, de Nederlandse kunstenares Ferdi Jansen, in Amsterdam. In 1962 verhuist het gezin, dat inmiddels twee dochters telt, zich in kasteel Scheres in het Limburgse dorp Baarlo. Het vaderschap wekt Tajiri’s interesse in meer ingetogen thema’s als 'groei' en 'leven'. In die tijd ontwikkelt hij ook zijn eerste knoopsculpturen. Na de dood van zijn vrouw in 1969 vestigt hij zich voor lange tijd in Berlijn, waar hij zijn sculptuurwerk afwisselt met experimentele fotografie, film, video en digitale media. Tajiri exposeerde wereldwijd op toonaangevende locaties, waaronder het Metropolitan Museum van New York, de Tokio Biënnale en de Documenta in Kassel.
Geboorte: 07-12-1923
Overlijden: 15-03-2009
Rollen: Tekenaar, Schilder, Graficus, Fotograaf, Beeldhouwer