Lyrische en helder gekleurde doeken. Vrije vormentaal. Een hang naar abstractie. Het zijn de bekende karaktertrekken van kunstwerken die werden gemaakt door kunstenaars uit Ecole de Paris en Cobra rond het midden van de twintigste eeuw. In deze nieuwe kunsttentoonstelling staan 45 topwerken van 32 kunstenaars centraal. Van Pierre Alechinsky, Corneille, Constant, Lucebert, Alfred Manessier, Roger Bissière, Nicolaas de Stael, Geer en Bram van Velde, Theo Wolvekamp en Jaap Wagemaker  tot Karel Appel, Asger Jorn en André Masson. Met als ‘kers op de taart’ het fascinerende sculptuur ‘Orpheus’ van de beroemde Britse beeldhouwster Barbara Hepworth (1903-1975).

Vrije creatie

De ‘voelhorens’ van de kunstenaar en zijn instinct. De aanhangers van kunstbeweging Ecole de Paris gingen vooral te werk vanuit de vrije creatie. Zij zagen een kunstwerk in feite als een ‘dubbelganger’ van de kunstenaar. De aan Cobra gelieerde kunstenaars kwamen met name uit België, Nederland en Denemarken. Hun abstracte manier van werken was veelal gebaseerd en afgeleid van de zichtbare natuur. Zij beschouwden Cobra als een nieuwe vrijheid die ontstond, waardoor de mens zich eindelijk kon uiten zoals zijn instinct hem ingaf. “Een schilderij is niet een brouwsel van kleuren en lijnen, maar een dier, een nacht, een schreeuw, een mens, of dat alles samen.”

Roef-Meelkerkunst

De kunstwerken in de tentoonstelling behoren tot de Roef-Meelker kunstcollectie, vernoemd naar wijlen Pieter Roef sr. die de werken in 2001 schonk, en zijn eens in de drie jaar te zien. Een unieke kans dus om te komen kijken!

De tentoonstelling is tot stand gekomen met steun van Vereniging Rembrandt en de Turing Foundation.