Meulendijks, Ingeborg

Titel | Kelken VI

In eerste instantie doet ‘Kelken VI’ denken aan een sprookje. Een jongen en een meisje bevinden zich in een bos. Op de achtergrond staat een houthakker op het punt om een boom te vellen. De jongen reikt met zijn rechterhand naar het meisje, dat haar handen ophoudt. Wat hij haar geeft is moeilijk te zien, omdat precies op dat punt het zicht wordt onttrokken door een messing kelkvorm. Uit het houten paneel steken nog vijf van zulke kelken: één net boven de houthakker en vier naast elkaar onder de voorstelling. De kelken stellen het werk in een geheel ander daglicht. Hun positie in combinatie met een jongen die een meisje wat overhandigt, komt exact overeen met een kaart uit de Tarot, een orakelkaartspel dat als doel heeft positieve en negatieve elementen in de mens te duiden en met elkaar in harmonie te brengen. De compositie én de voorstelling is overigens gebaseerd op zowel schetsen als het uiteindelijke schilderij van de zogeheten pre-rafaëliet John Everett Millais uit 1951, getiteld ‘The Woodman’s Daughter’ (de dochter van de houthakker). En dat schilderij is weer geïnspireerd door een gedicht over een onmogelijke liefde met dezelfde titel van Coventry Patmore uit 1844. Alleen ontbreekt het kelken motief in de voorstelling van Millais.