Eeuwen aan historie
‘Aan de zuidzijde van dit Stadtjen ligt een kasteel, hebbende in voorige tijden gediend tot verdediging en bescherming van hetzelve; het is een sterk, oud en prachtig gebouw, het geen in de menigvuldige Oorlogen tusschen de Hertogen van Gelder en Brabant nog altijd onbeschadigd is gebleeven.’ Zo beschrijft dominee Stephanus Hanewinckel het Helmondse kasteel in 1800. Kasteel Helmond is eigenlijk het ideale kasteel, het adellijke huis van onze dromen: zware muren, torens, spitsen en steile daken, zich spiegelend in de gracht. Het enige dat we missen zijn de kantelen, maar bij nader inzien zijn zelfs die in het muurwerk nog aanwezig. Ondanks alle veranderingen, zoals de bouw van de massale fabriekshallen van Vlisco in de kasteeltuin en de aanleg van de verhoogde Kasteel-Traverse pal voor het kasteel, is het gebouw nog steeds dominant aanwezig in het stadsbeeld. Behalve het oertype van het middeleeuwse kasteel is het ook het enige voorbeeld van een vierkant kasteel in Noord-Brabant. Een veel ouder kasteel, het ‘Oude Huys’ iets verder ten zuidoosten, is eraan voorafgegaan.
Gezicht op Helmond voor 1800. In de late achttiende eeuw domineren de torens van kasteel en kerk de stad. De vier torens van het kasteel zijn duidelijk zichtbaar. Anoniem, 1775–1799, collectie Museum Helmond.
Kasteel Helmond bestaat bijna 700 jaar. Het is de grootste nog bestaande, vierkante waterburcht van Nederland. Door een combinatie van bevindingen van bouwhistorisch onderzoek – die leidde tot een datering in het tweede kwart van de veertiende eeuw – en de lening die Lodewijk Berthout van Berlaer in 1331 aanging met als onderpand het kasteel van Helmond, maakt dat we de stichtingsdatum kunnen stellen op ca. 1331. Maak alvast kennis met de families die Kasteel Helmond door de eeuwen bewoonden.
Kasteel Helmond, Dave van Hout
Als hertog Jan II van Brabant in 1312 overlijdt is zijn twaalfjarige zoon Jan III nog niet bekwaam om te regeren. Floris Berthout is dan een belangrijk man aan het hof; een van de twee regenten die namens de jonge hertog het hertogdom besturen. Floris stamt uit een familie die voor het eerst rond 1200 genoemd wordt en afkomstig is uit Berlaer nabij de stad Lier. Hij ziet kans zijn machtspositie te versterken door de overdracht van Helmond aan zijn verre en intussen zeer verarmde familielid Jan I Berthout van Berlaer. Helmond is als heerlijkheid met groeimogelijkheden veel meer waard dan de bezittingen bij Lier. Daar zijn de inkomsten laag en ook nog eens zwaar belast.
Het lijkt een ongelijke overdracht. De jonge hertog Jan III hecht op 5 juli 1314 toch zijn zegel aan een akte, waarbij hij de heerlijkheid met enkele andere waarde-objecten inruilt tegen de bezittingen van Jan I Berthout in Lier en omgeving. Jan ontvangt dan als leengoed ‘het dorp, ’t huys, den perck, (…) de molen ende ’t lant van Helmondt’. Den perck is het jachtgebied van de hertog, waaronder ook het bos de Warande valt. Zo verstevigt Floris zijn positie aan het hof.
‘Hezelonem de Helmond’ is de oudste vermelding van de naam Helmond. In een akte uit 1108 wordt een Hezelo van Helmond als getuige genoemd (Het Utrechts Archief).
Een nieuw kasteel
Jan I van Berlaer wint een heerlijkheid met voldoende inkomsten en mogelijkheden. En de hertog versterkt zijn banden met de loyale familie Van Berlaer. Jan I Berthout van Berlaer zal vermoedelijk wel af en toe in Helmond zijn geweest en daarbij in het ‘Oude Huys’ hebben verbleven. Maar het kasteel is enigszins gedateerd. Het ligt laag in een moerassige omgeving, die door verdroging van karakter verandert. Het is vermoedelijk zijn zoon Lodewijk van Berlaer die kiest voor een nieuw kasteel. Het nieuwe kasteel, Kasteel Helmond, wordt gebouwd bij de door de hertog een kleine eeuw eerder gestichte stad.
Het kasteel in een van zijn vroegste fasen. In de jaren na 1331 is het grondplan van de vierkante waterburcht al aanwezig. Dit loden schaalmodel is onderdeel van de projectie in de Van Berlaerzaal.
De jonge Catharina van Berlaer erft de rechten op de heerlijkheid Helmond in 1474, zij is de dochter van Jan III van Berlaer (gestorven in 1425) en Margriet van Lyshout. Catharina trouwt in 1433 met Jan I van Cortenbach. Het was een huwelijk uit politieke en strategische overwegingen, zoals dat toen ging. Catharina stond voor een uitdaging: haar vader had haar opgezadeld met veel schulden. De uitbouw van het kasteel en de legaten voor de vele buitenechtelijke kinderen van Jan III hadden veel geld gekost. Ze sterft in 1447. Een kleine eeuw later levert Joost van Cortenbach, aanvoerder van de legers van keizer Maximilaan I, Philips de Schone en Karel V, strijd tegen de Gelderse hertog Karel en diens legerhoofdman Maarten van Rossem. Hij versterkt en verdedigt de stad en het kasteel met regelmaat.
De kasteelbrand
Het was overigens geen mooie of rustige tijd voor de inwoners van Helmond, de bevolking verwarmt door de oorlogen in Brabant. Tot overmaat van ramp slaan in de nacht van 10 op 11 februari 1549 om 02.00 uur de vlammen uit het kasteel. De houten kapconstructies en houten vloeren zijn zwaar beschadigd. Maar Joost van Cortenbach laat het er niet bij zitten, en pakt de herbouw energiek aan. De overdaad aan weelde en rijkdom die hij zag als jonge schildknaap aan het indrukwekkende hof van Karel V in Brussel, wil hij ook in Helmond. Na de brand wordt de stoere, verdedigbare burcht met zijn robuuste zalen en kamers een luxe woonhuis.
Bezoek de authentieke kasteelzolder en ontdek het verhaal achter de kasteelbrand in 1549.
Tachtigjarige Oorlog
We maken een sprongetje in de tijd, het is 1578, de Tachtigjarige Oorlog is in volle gang. Adolf van Cortenbach is de kasteelheer in Helmond. Met zijn vrouw Philippine van Ruyschenberg krijgen ze zeven kinderen. Adolf overlijdt in 1594, waarna Philippine het bestuur waarneemt. Het is een roerige tijd, met belegeringen en plunderingen. Uiteindelijk slaagt ze erin bij stadhouder Maurits dat hij het kasteel tot neutraal gebied verklaart. In 1609 verwelkomt de stad Alexander, de tweede zoon van Philippine, als heer van Helmond met drie potten wijn, een geldbedrag van ongeveer 285 gulden en een ‘eerlicken maeltijt’ met vrienden.
Plattegrond van Helmond binnen de vestingwallen. Rechts onder het kasteel. Ook is er bebouwing aan de vier doorgangswegen buiten de vesting. Links onder in de cartouche “Helmont”, linksboven is het wapen van Helmond afgebeeld. Joan Blaeu (1596-1673), datering 1649, Helmond in 1602.
De heer staat overigens op zijn strepen tijdens zijn bewind, hij wenst meer invloed en start met de bouw van een poort aan de noordkant van het kasteel, als onderkomen voor het stadsbestuur. Dat komt hem duur te staan bij de Helmonders, ze storten hun ashopen voor de poort. Er volgt een rechtszaak in 1631 en uiteindelijk een compromis: geen ashopen meer als de heer erkent dat die grond eigendom is van de stad. En zo zijn er meer geschillen tussen de heer en de Helmonders. De stad heeft het moeilijk en is arm, het is 1648 en de meeste wevers zijn al naar Haarlem vertrokken.
Het rampjaar 1672 heeft ook in Helmond zijn sporen nagelaten, pachters en huurders zijn bankroet. Brabant is strijdtoneel voor de aanvallen op de Republiek. De vernielingen zijn zo groot dat Emond van Cortenbach (zoon van Alexander), getrouwd met Cecile Isabella Gonzaga (dochter van de hertog van het Italiaanse Mantua) zijn rijkdom heeft zien verdampen. Misschien dat zij na zijn overlijden om die reden in 1683 trouwt met Antoine Udalrique van Arberg. De nieuwe heer van Helmond, die optreedt namens zijn stiefdochter Isabelle Felicite. Lang duurt het huwelijk niet, Cecile Isabella overlijdt in 1688. Voorafgaand aan haar overlijden heeft ze haar 9-jarige dochter toestemming verleend om te trouwen met de 32 jaar oude broer van Antoine Udalrique, Albert Joseph van Arberg. Opvliegend van aard, heeft Albert in Luik al een doodslag op zijn geweten, en voert in Helmond tal van processen om zijn rechten en belangen te verdedigen. In het begin van hun huwelijk woont het echtpaar vooral in het zuiden, daarna wonen ze ruim 10 jaar in Helmond waar ze een Franssprekende enclave vormen.
Albert Joseph moderniseert het kasteel. Zo krijgt de zuidvleugel in 1688 een barokke gevel met twee hoekgebouwtjes en trappenhuizen. Ook van binnen verandert er van alles. Het stel verbouwt onder meer de ridderzaal, bekend als ‘de zaele’, ‘le grand salon’ of ‘de blauwe zaal’. In kamer ernaast bevindt zich in 1781 een groot stoombad van ijzer dat vermoedelijk uit de tijd van Antoine en Isabelle dateert. Er hangen ook nog acht schilderijen, de bader kan er mooi naar kijken. Ook houdt het echtpaar zich bezig met de tuin, die wordt sierlijk waarin het aangenaam verblijven en flaneren is. Er komen vijvers en lanen, ook legt het stel voorlandjes aan waardoor je onder langs de kasteelmuren kan lopen.
De lichtvitrine staat symbool voor het luxe woonhuis in de periode Van Arberg. Op de achtergrond het portret van de laatste kasteelheer uit deze familie, Nicolas Antoine van Arberg (1736-1813).
In de achttiende eeuw is de tijd van glorieuze bewoning voorbij, het kasteel wordt met name nog bewoond door een tiental bewoners waaronder Goort den teulknecht, Josijn de Vrouw, Frans den portier en de heer Intendant Van den Berghe. Albert Joseph verblijft nog af en toe in Helmond en schenkt de heerlijkheid in 1720 aan Maximiliaan van Arberg die het op zijn beurt geeft aan zijn zoon Nicolas Antoine in 1767. Maar het kasteel is intussen zwaar met hypotheek belast, en hij wil er vanaf.
Carel Frederik I Wesselman koopt de heerlijkheid Helmond op 19 oktober 1781, het is bijna zeker de redding van het kasteel. Hij telt er 155.000 gulden voor neer, een van de hoogste bedragen voor een heerlijkheid uit die periode in Noord-Brabant. De heerlijkheid Helmond is na die van Tilburg de grootste en rijkste van de provincie. De heer is overigens niet meer van adel, maar komt uit de gegoede burgerij. Wesselman is ook nog eens protestants die gaat wonen op het kasteel en zich bemoeit met het wel en wee van de stad. Carel Frederik is afkomstig uit een uit Duitsland afkomstige familie van handelaars en grootgrondbezitters, met eigendommen in Gelre. Hun rijkdom is vooral afkomstig uit erfenissen en aandelen in de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Carel Frederik koopt de heerlijkheid Helmond vanwege de rechten en de inkomsten, een echt kasteel met fiere torens en eeuwen aan historie verhoogt zijn status.
Aandelen in schepen & plantages
De nieuwe heer geeft veel geld uit aan het herstellen en verfraaien van het kasteel. Een aquarel waarschijnlijk gemaakt door Mattheus Derk Knip uit 1806 laat zien hoe decoratief witwerk rondom de daklijsten van de torens en rondom de poortboog de donkere baksteen levendiger maakt. Carel Frederik heeft aandelen in schepen en plantages, die schepen vervoeren vanaf onder meer de westkust van Afrika handelswaar als olifantstanden, goud en tot slaaf gemaakten. De windvaan in de vorm van een schip op de noordwestelijke kasteeltoren herinnert aan zijn handelsactiviteiten in Afrika en Azië.
Mattheus Derk Knip, het kasteel rond 1800, 1806-1845.
De idealen van de Franse Revolutie
Wie achter is met betalen van cijns en pacht, pakt hij aan, hij geeft ook veel geld uit aan het verbeteren van zijn landerijen, weiden en beemden. Dat past bij zijn interesse voor handel en landbouw. Daarnaast is Carel Frederik actief in de effectenhandel en sticht hij de blekerij, weverij en damastweverij Wesselman, Bogaers en Sanders. Maar de rechten van de heer hebben in 1789 hun langste tijd wel gehad. De idealen van de Franse Revolutie dringen ook door in de Nederlanden, en in Helmond. Op 23 april 1795 kiezen de Helmonders voor het eerst een nieuw en katholiek stadsbestuur, en een paar jaar later is Carel Frederik zijn rechten als heer van Helmond kwijt.
Weer adel op het kasteel
In 1810 wordt zijn zoon Carel Frederik II burgemeester van Helmond, net als zijn vader toont hij belangstelling in landontginning en landbouw. De aanleg van de Zuid-Willemsvaart in het stroomgebied van de Aa gebeurt tussen 1823-1826 met gebruikmaking van de buitengrachten van het kasteel, het is de belangrijkste verdienste van Carel Frederik II. Op deze manier krijgt de stad een gunstige positie in de handel en het transport. Als dank voor zijn verdiensten wordt Carel Frederik II in de adelstand verheven, vanaf 1881 heet de familie Wesselman van Helmond.
In 1895 erft Carel Frederik IV Wesselman het kasteel, hij woont er samen met zijn vrouw Marie de Jonge van Zwijnsbergen en hun kinderen. Het kasteel wordt echter een steeds zwaardere last voor het echtpaar, in 1910 wordt een deel van de zuidelijke tuin verkocht aan Vlisco, de in 1846 opgerichte textielfabriek van P. Fentener van Vlissingen en Co. Op 1 maart 1921 krijgt het gemeentebestuur de sleutels van het kasteel, en hiermee eindigt de particuliere bewoning.
Zo zag de woonkamer eruit in de tijd van de laatste kasteelheer Wesselman van Helmond.
Het hart van de stad, dat is het kasteel in de ogen van burgemeester Marinus van Hout (1870-1942). Hij vindt steun bij het Rijk en de provincie voor de restauratie van het inmiddels vervallen kasteel. Architect J.W. Hanrath (1867-1932) maakt het bouwplan, waarbij hij uitgaat van de meest ideale staat, zijn ‘oorspronkelijke bouwkunstige schoonheid’. Dat betekent voor Helmond, teruggrijpen op de late middeleeuwen via het verwijderen van latere toevoegingen ook wel gezien als verminkingen. L.A. Springer (1855-1940) ontwerpt de tuin.
De werklui zijn bijna klaar in 1923 en poseren voor de nieuwe entree. Links op de eerste rij staat Hanrath met hoed en pijp.
De inwendige restauratie en verbouwing is nog veelomvattender. Zo verdwijnen ingebouwde gangen en kamertjes, en worden er leidingen gelegd voor centrale verwarming, elektriciteit en water. Op de bel-etage komen nieuwe vloeren en tussendeuren verdwijnen. Veel blijft gelukkig behouden zoals het oudste kunstwerk in het kasteel, het geschilderde paneel met de wapens en kwartieren van de families Cortenbach en Arberg. Ook de laatgotische plafonds met hun gesneden sleutelstukken zijn nog altijd te zien.
Het geschilderde paneel met de wapens en kwartieren van de families Cortenbach en Arberg.
Op een mooie voorjaarsdag in 1923 (donderdag 5 april) is de plechtige opening van het nieuwe gemeentehuis. Voor het eerst in zijn bestaan is het kasteel een openbaar gebouw en komt er voorgoed een einde aan de tijd dat, in de woorden van burgemeester Marinus van Hout: “een kleine monarch zijn onderzaten de wetten stelde, en die – door den Hertog van Brabant begiftigd met de lage, middelbare en hoge jurisdictie – over leven en dood zijner heerlijkheidsbewoners beschikken kon.”
Archivaris Jac. Heeren is de eerste conservator van het museum dat op 17 oktober 1929 officieel open gaat. Het museum bestaat dan uit enkele ruimten in het gemeentehuis, en is veel meer een oudheidkamer met een collectie over het verleden van Helmond, met objecten als een oud weefgetouw, scheerraam en een reiskoetsje. In 1980 zijn er nieuwe ontwikkelingen, de ambtenaren vertrekken naar het nieuwe gemeentehuis en de commissaris van de Koningin opent het nieuw ingerichte museum in 1982. Kunsthistoricus Jan van Laarhoven en tevens museumdirecteur heeft ambitieuze plannen: binnen vijf jaar moet het museum uitgroeien tot een middelgroot museum met een eigen gezicht. In 1985 volgt er een collectie eigentijdse kunst, die vanaf 2001 te zien is in tijdelijke tentoonstellingen in Kunsthal Helmond in het dan splinternieuwe Boscotondocomplex, op een paar minuten lopen van het kasteel. En zo bestaat vandaag de dag Museum Helmond met twee locaties: Kasteel Helmond en Kunsthal Helmond.
Ontmoet de kasteelbewoners in de vakantieperiodes! Foto: Dave van Hout.
De tekst op deze pagina is samengesteld uit de informatie uit het boek ‘Kasteel Helmond, biografie van een waterburcht’. Wil je alles weten wat er bekend is over ons kasteel? Koop dan het boek in de kasteelwinkel. En bezoek het kasteel voor het Kasteelverhaal, de permanente tentoonstelling.
Het kasteelverhaal (de tentoonstelling) is mede mogelijk gemaakt door VSB Fonds, Mondriaan Fonds, Rabobank Cooperatiefonds, Bouwfonds Cultuurfonds, Prins Bernhard Cultuurfonds, J.A. Raymakers & Co BV, stichting SteunWelzijnszorg Helmond, Vereniging van Vrienden en anderen.
Doe de kunstroute! En bezoek onder andere de indrukwekkende beelden in de kasteeltuin van bekende kunstenaars als Aristide Maillol, André Volten, Pépé Grégoire, Irene Fortuyn, Saskia Pfaeltzer, Eugene Dodeigne en de Helmondse kunstenaar Willem van der Velden.
Beeld in de kasteeltuin, gemaakt door Mirandadas
Tentoonstellingen kasteel
Collectie Museum Helmond
Locaties