Skip to content

Menu

Museum Helmond

Quik (ps)

Quik is één van de bekendste graffitikunstenaars die aan het einde van de jaren zestig zijn artistieke kwaliteiten op de treinen van de metro in New York botviert. Een tiental jaren later wordt hij ontdekt door de gevestigde kunstwereld. Hij ontleent zijn pseudoniem aan een stripkonijn waarmee een bekend cacaopoedermerk zijn product aan de man brengt. Omdat hij opgroeit in een stabiel middenklassenmilieu en een studieachtergrond heeft, wijken Quiks jeugdervaringen af van die van zijn graffiticollega’s. Toch is hij zich vanaf jongs af aan wel degelijk bewust van het moeilijke bestaan van de zwarte Amerikanen in achterstandswijken en van het racisme waaraan zij worden blootgesteld. Zijn verontwaardiging en geldingsdrang hieromtrent vinden een uitweg in zijn graffiti. In 1972, dus op dertienjarige leeftijd, begint Quik met het aanbrengen van tags. Experimenterend met materiaal en uitvoering ontwikkelt hij in de daaropvolgende jaren een eigen stijl. Zoals bij veel graffitikunstenaars vormt vooral in het begin zijn pseudoniem het hoofdbestanddeel van zijn werk, weergegeven in zwartomlijnde en helder ingekleurde letters. Net als collega’s Dondi White, NOC 167 en Crash voegt hij hier zelfbedachte of al bestaande stripfiguren aan toe, zoals Felix the Cat. Ook verwerkt hij talloze expressieve, cartoonachtige gezichtjes in zijn schilderijen (‘souls’), die in hun gezichtsuitdrukking de stemming van hun maker lijken te weerspiegelen. Vanaf de jaren negentig dringt de figuratie de letters steeds meer naar de achtergrond. Tegelijk krijgt de maatschappijkritische inhoud meer ruimte. Zo duiken in zijn werk regelmatig zogenaamde ‘Beauty Queens’ op, die via tekstballonnen boodschappen verkondigen als “Go ahead, be an artist!” en “White men spend so much time congratulating one another”. Naast het vrouwelijke comic-type zien we steeds vaker een zwart mannelijk figuur, dat in beeld en tekst allerlei discriminatiemisstanden aan de kaak stelt. Quik lijkt zich persoonlijk met deze persoon te identificeren, als een alter ego dat kritiseert, provoceert en doceert. Vanaf 2000 neemt het type van de zwarte man steeds meer de vorm aan van lijdend karakter: uitgemergeld, bebloed en met armen en benen die lijken te zijn verbrand. De Amerikaanse vlag waartegen hij vaak afsteekt, spreekt boekdelen: Quik blijft trouw aan de boodschap die hij vanaf zijn tienerjaren uitdraagt. Quik richt zijn vizier vooral op Europa, waar zijn schilderijen, anders dan in zijn geboorteland, lovend worden ontvangen. Van 1992 tot 2002 verblijft hij in Groningen, waar zijn werk onder andere in het Groninger Museum wordt geëxposeerd.
Geboorte: 1958
Overlijden:
Rollen: Schilder, Graffitischilder